Sweet Doc

10u02. Het is zover, het toelatingsexamen geneeskunde ging net van start. Na maanden voorbereiding mag je eindelijk dat examen afleggen, en daarna: vakantie!

Met kerst 2017, in je vijfde middelbaar, had je naar eigen zeggen ‘het licht gezien’. Dat betekende: ‘ik weet wat ik wil worden: geriater’. Grootmoeke en grootva heel blij met een aspirant-dokter in de familie en dan nog ene waar ze zelf op consultatie zouden kunnen komen 😉

Tegen krokus 2018, enkele maanden later, klonk het plots helemaal anders. Want volgens een jonge leerkracht Nederlands (!) in het xaveriuscollege, bevonden zich de slachtoffers van burnout vooral tussen de dokters en de studenten geneeskunde. Te zwaar, te moeilijk, te lang, geen leven, pokke-job. En jij wil ook eens een feestje meepikken, later een gezin stichten. Dus bye-bye geneeskunde-droom, je hield het bij farmacie. Al bleef dokter als plan B of C sluimerend aanwezig.

Het werd een jaartje zwalpen tussen A-, B- en C-plannen. Alles in de medische sfeer, geen enkele studie stond lang op de A-plek vast, geneeskunde bleef als een B of C verscholen wegens ‘onbereikbaar’. Ik zag je in een impasse wegzinken, twijfelend aan jezelf en je toekomst.

Tot er wat infomomenten aankwamen, die je daags tevoren aan mij aankondigde: een infomoment bij Stud’Ant rond het toelatingsexamen voor geneeskunde en op dezelfde dag de SID-in beurs met informatie over alle studies. Je zou nog wel kiezen, in zoveel informatie op één dag had je geen zin. We zouden wat op die beurs gaan rondwandelen. Want intussen was je toch voor dat eeuwige reserveplan ingeschreven in een voorbereidingsreeks via de universiteit, informatie over het examen zou vanzelf volgen. En dan nog, pff, in geneeskunde had je eigenlijk geen zin meer.

Gelukkig wou mama toch naar dat infomoment, samen met jou dan. En daarna naar die beurs. We zouden er gewoon een gezellige regenachtige dag met ons twee van maken. Dat vond je prima.

Bij Stud’Ant volgden ouders en jongeren apart een presentatie over het toelatingsexamen, maar ook over een intensieve voorbereiding tijdens een reeks weekend- en vakantiedagen. Je ging er binnen alsof je altijd wel wat voor geneeskunde zou voelen maar nooit zou gaan studeren, met een gelatenheid die me boos maakte op een voor mij ongekende leerkracht. Je kwam twee uurtjes later buiten alsof je voor de tweede keer het licht had gezien. Je geloofde er weer in en je wou het zo graag: geneeskunde gaan studeren, dokter worden. Hier zag je ook de kans weer om je voor te bereiden en de muur van het examen over te klauteren. Hier had je een geruststellende omgeving gevonden.

Er volgde nog een info-avond rond beroepen, waar je laatste restje twijfel werd weggeveegd. Want in jouw gezwalp had je interesse gekregen in wetenschappelijk onderzoek. Toen bleek dat de studie geneeskunde een erg brede waaier aan toekomstmogelijkheden biedt en bovenal de betere basis is voor wetenschappelijk onderzoek, was je helemaal overtuigd.

Geneeskunde met stip als plan A, een reeks andere bio-chemische-medische studies in een wisselende volgorde als plan B. Je volgde de voorbereidende opleiding bij Stud’Ant, miste geen enkele dag, studeerde thuis, volgde verder school, ging op Italiëreis, deed eindexamens, rondde het secundair schitterend af en vloog er meteen weer in om alles te halen uit de laatste blokperiode voor de toelating. De eindejaarsrommel werd gewoon overspoeld met meer papieren, boeken, comfortabele kleding en keukenwaren. Intussen een hittegolf, de mobiele airco bracht verkoeling. Ons eerste pleegkindje Noah in huis als ideale afleiding, waar je liefdevol en vrolijk je pauzes mee doorbracht. Je vrienden al volop in vakantiemodus, op festivals en tot de middag in bed … maar gelukkig ook heel wat lotgenoten om eens bemoedigend mee te chatten!

Wat een toewijding en discipline! We zijn zo trots op jou, op de weg die je al aflegde. Hoe het vandaag ook loopt en wat de uitkomst er ook van zal zijn, ons heb je helemaal overtuigd van je wil en je kunnen! Eerlijk gezegd: ik zie een zorgzaam dokter of specialist in jou, iemand waar mensen graag en goed door geholpen zullen worden.

Vandaag reden jij en ik gezellig onder ons twee naar Brussel. Goed op tijd vertrokken, wat geen overbodige luxe bleek, want alle verkeer zat vast. We hebben meer dan de reservetijd nodig gehad om er te geraken, dat gaf zeker extra stress. Dat kan je – naast je keuze voor grieks-wiskunde in de derde graad met net iets minder wetenschappelijke vakken – gerust als een excuus gebruiken voor het eventuele niet-slagen!

Bijna zeventien jaar geleden reed ik met jou naast mij, onder ons tweetjes, voor de eerste dag naar de crèche, waar een zestal weken tevoren ons Besje in elkaar was gezakt. Dat het een emotionele rit en afscheid was hoef ik niet te vertellen. Een muur waar ik over moest klimmen om in de toekomst niet ingesloten te geraken. Het leven dat verder gaat, dwars doorheen de moeilijkste momenten weer gelukkig proberen worden.

Vandaag is weer zo een speciale dag. Nu klim jij over jouw muur. Het laat me niet onberoerd. Ik duim zo hard dat je dat beetje geluk aan jouw kant zal krijgen. Wat dat ook betekent: van de eerste keer geslaagd, of anders een nieuwe kans of een mooi plan B. Je hebt ervoor gewerkt en zal dat ongetwijfeld nog doen.

Een geladen moment om vandaag met jou naar Brussel te rijden, met de herinnering aan de emotionele tocht naar en doorheen de crèche zeventien jaren geleden.
(Intussen zorgt Dirk voor Noah en wandelt ermee doorheen het park naar de crèche … l’histoire se répète.)

Jouw dag vandaag.
Sweet doc, lieve dochter: veel succes en geluk!

Examentijd

In aanloop naar de kerstvakantie zijn er volgens een eeuwenoude traditie examens af te leggen. Dat zullen we geweten hebben. Ons hele huis leeft mee met twee studerende tienermeisjes. Alles is er: van rondslingerende papieren over geeuwgeluiden (“saaaaaaai”) en vreugdekreten (“jeuj, ik kèn het!”) tot zenuwen voor en voldoening na. Om van uitgelaten lachsalvo’s te zwijgen die de spanning na een lange studienamiddag doorbreken. Muziek moet uit of aan, de verwarming gaat hoger en de eettafel wordt af en toe helemaal ingenomen, waarschijnlijk omdat het eigen bureau bezaaid is met leerstof, tot de muren toe. Zie foto.
Twee blaadjes met puntenvoorspellingen worden dagelijks netjes ingevuld en … het ziet er voor beiden goed uit.

De wekker staat vroeger of later dan normaal, afhankelijk van het uur dat ze op school worden verwacht voor het moment van de waarheid, afhankelijk ook van de tijd die ze nog nodig achten voor een laatste herhaalsessie. Dagelijks worden er andere afspraken gemaakt wie wanneer zal thuis zijn en wat er gegeten zal worden. Want niets zo belangrijk in examentijd als de innerlijke mens, die snackt naar lekkere tussendoortjes!

Bon, er moet flink gestudeerd worden, maar ook leuk gepauzeerd. Daartoe is een structuurschema opgesteld, waarin werd genoteerd wanneer het uur studeren afgewisseld kan worden met een kwartiertje pauze. Beide studenten dienen hun middag synchroon in te delen, in de hoop dat het helpt gezamenlijk de focus te behouden. We stellen vast dat de focus vooral ligt op de aanvang van elke pauze, iets minder op het einde ervan. Maar geen klagen: de blaadjes met voorspellingen beloven niets dan goeds.

Dat mama buitenshuis gaat werken, is plots iets verrassends. Ik beschouw het als een compliment. Het lijkt tot heden amper op te vallen dat ik, naast zorgen voor de huisgenoten, één en ander te doen heb. Zoals: uit werken gaan, al is dat in mijn geval wel met de grote luxe zelf te kunnen kiezen hoeveel uren en dewelke. Dat ik mijn planning grotendeels aanpas aan de tijdsindeling van de kinderen, wordt pas duidelijk nu ze zelf meer thuis zijn. Nu ze met hun neus op mijn afwezigheid gedrukt worden en giechelig vaststellen: tiens, jij hebt wèrk???

Want nu ze wat groter en zelfstandiger worden, gun ik mezelf enkele uren werken extra. Thuiskomen van een examen, tafel dekken, boterham eten, tafel afruimen en alvast een uurtje achter de boeken; dat moet al eens lukken zonder ouderlijke supervisie. Dat ze bij thuiskomst de iPad vastpakken alvorens aan lunch te denken, daaraan hoeft uiteraard niemand te twijfelen. Zowat elke pauze gaat helemaal op aan schermpjes vol chatberichten of spelletjes. Tenzij het echt teveel wordt en studeren niet meer schijnt te lukken, dan wil het idee van een looptoertje in het park met aansluitende verkwikkende douche nog wel aanslaan.

Zo ben ik – weg van huis – aan layout bezig als het middag wordt en het tijdstip van de boterham aanbreekt. Ik vraag me af hoe het gaat, hoe de examens van vandaag zijn geweest en of de meisjes veilig en wel zijn thuisgeraakt. Ik stuur een berichtje aan het eerste kind en krijg geen antwoord. Een berichtje aan het tweede kind heeft 10 minuten later evenveel succes. Het is namelijk nog nooit zo moeilijk geweest een tiener te bereiken dan in deze tijd vol communicatie-devices. De chat dan maar, daar zitten ze voortdurend op. Hun bolletjes staan grijs, ze zijn niet online. Dat komt wel weet ik, er zijn nog zekerheden.
Enkele tellen later zijn ze geheel volgens voorspelling bereikbaar, twee bolletjes huppelen naar boven en kleuren groen. Zie je wel, mama is mee in het digitale tijdperk! Het tweede kind antwoordt als eerste braaf op de vragen die ik stuur. Ja, een goed examen gedaan. Ja, de zus ook. En ‘ja juist gedaan’ als ik wil weten of ze al gegeten hebben. Op mijn logische volgende vraag of ze opgeruimd hebben komt geen antwoord meer. Volledige stilte. Twee grijze bolletjes zakken weer af naar de diepte der onbereikbaarheid en blijven daar tot na half twee, de start van het eerste studieuur.

Als ik niet veel later thuiskom, is alles rustig. De eettafel glimt en de vaatwasser is ingeladen. Het is toch om helemaal warm van te worden?

Het is gebeurd

De ochtend van het vertrek. Vandaag gaat ze op klasdagen. Ze is er al weken intens mee bezig. Hoeveel zin ze daarin heeft, hoe leuk dat zal zijn. Of ze een topje of een t-shirt zou meenemen om in te slapen. (Het werd de laatste optie want er zitten ook jongens in de klas, nvdr.). Welk beleg er zou zijn voor op de boterham, ‘waarschijnlijk zo van die gewone kaas, salami en choco’. Dat haar titularis echt een toffe is. En dat ze er zin in heeft, tot wel 10 keer per dag heeft ze er zooooooveel zin in!

De valies ligt al twee dagen bijna-klaar en sinds gisterenavond bijna-helemaal-klaar. Tot drie keer toe hebben we alles overlopen, zodat ze zeker alles bij heeft. Botinnen, slaapzak, gezichtslotion en 3 truien voor evenveel dagen. Ze heeft een ‘pikant’ vragenlijstje opgesteld voor een spel, dat moet ik nog afprinten, alsook een foto van Bilbo de kat. En de playlist met 50 nummers (maar slechts ene van One Direction hee mama!) is ook al dagen klaar. O de oplader voor haar smartphone moet zeker mee!

Vanmorgen is ze vroeger wakker dan strikt noodzakelijk en fluitend dekt ze de tafel. De dagelijkse strijd met de jongere zus over die taak is eventjes ver weg, vandaag gaat het vanzelf. Ik heb er ZIN IN roept ze in crescendo. Zal ik eens iets vertellen over mezelf? Ik heb zin in klasdagen!!

De bestemming? Brugge, per autobus. De medereizigers? Haar klasgenoten van de derde Grieks-Latijnse. De bende ongeveer 14-jarigen zien elkaar alle schooldagen en daarbuiten treffen ze elkaar op de urendurende klaschat. Maar zo samen op klasdagen is de max, vooral als je met z’n allen zo goed overeenkomt.

Ze is blij dat ze niet met de auto tot Brugge gebracht moeten worden. Uiteraard zou ik taxi moeten spelen voor de heenreis en, waarom ook niet, voor de terugreis. Maar deze ochtend vindt ze het een comfortabeler gedachte niet met vriendinnen en mama in één auto te moeten. Want mama zou de hele tijd lachen en zo. Een goedgezinde mama die zich amuseert met dochter & friends, het is natuurlijk ronduit gênant.

‘Mama, wil jij voor vanmiddag mijn boterhammetjes smeren?’ Elke schooldag maakt ze haar eigen lunch, maar op een dag als deze ligt het anders. Een gevoelskwestie. De liefde spat er af, haar aanhankelijkheid. Laat maar komen eventjes, mama-zorg-voor-mij. Ik maak een boke met rillettekes en eentje met camembert, van de choco blijven we ver weg. In de brooddoos verder een mini-dessertje en nog een koekje voor onderweg.

Een kwartier voor afspraakuur. Ze tilt haar valies op en duwt die met haar knieën de koffer van de auto in. Gelukkig is onze Schepper zo vooruitziend geweest kinderen uit te rusten met een goed stel knieën die je kan knikken om een zware valies de autokoffer in te duwen. Voor het geval je op klasdagen gaat dus.

We zitten in de auto. ‘Heb je alles bij?’ Ik vraag het plagend. ‘Som eens op?’, antwoordt ze. Tandenborstel, GSM, eten voor vanmiddag, zakdoeken … ‘Geen zakdoeken’, zucht ze en stapt tegen haar zin weer uit om er te gaan halen. Er wordt geen verdere opsomming verwacht.

We zijn mooi op tijd. Nog voor de auto goed en wel stilstaat, krijg ik van haar (buiten het zicht van de klasgenoten) een dikke-dag-mama-kus en dan draait haar focus naar de vrienden. Ze duikt naar buiten, haalt haar valies uit de koffer en wandelt naar de school. ‘Amuseer je’ zeg ik tegen haar rug. Jaja mama. ‘En braaf zijn in Brugge’. Jaja, seg mama.

Ze gaat op in een groepje. Ik vertrek terug naar huis, tracht nog twee keer een glimp van haar op te vangen maar krijg haar gezicht niet meer te zien. Geen blik, geen wuifje. Voor haar ben ik al weg.

Het is gebeurd, denk ik. In gepaste contexten gaan de vrienden voor, ze zal dit allicht de komende jaren heerlijk nadrukkelijk duidelijk maken, tot een nieuw evenwicht wordt gevonden. Ze heeft een eigen leven dat zich meer en meer buiten thuis afspeelt.

Het is gebeurd, denk ik, onze dochter heeft nu ‘roots’ waar ik deel van ben en ‘toekomst’ waarin ze me nog niet goed weet te plaatsen. Zo gaat dat altijd en met haar gaat het dus ook zo. Het gaat goed met haar. Met een bijzonder warm gevoel en een glimlach op m’n gezicht draai ik de straat links in, uit haar zicht – al merkt zij dat niet -, naar thuis. Amuseer je meisje en tot over 3 dagen!

Sweet sixteen

Het went niet, het is er altijd. Het verdriet, gemis, de spijt om wat had kunnen geweest zijn.

Gisteren zou ze 16 geworden zijn. Ze zou net als haar jongere zussen moeten studeren en examens afleggen, en binnenkort zouden we leuke dingen samen doen, kerstinkopen, een nieuwe winterjas zoeken, bij de grootouders op bezoek, op oudejaarsdagen met de bende.

Ze zou me ooit eens meenemen naar een concertje, of uitnodigen voor een voorstelling, ze zou zeker in een kunstvorm uitblinken. Over enkele jaren zou ik bij haar op bezoek kunnen gaan, naar haar studentenkot, of eerste kleine appartementje.

Maar ik blijf gewoon vasthangen aan het halfjaarlijks bezoek in het kerkhof, dat ik vandaag net als vorige keer in m’n eentje deed. Meer zit er niet in. Met de auto naar Edegem, over het lange pad naar de strooiweide, het ritueel om in het gras, op ‘haar’ plekje, telkens in een andere formatie eenvoudige witte bloemetjes neer te leggen, nadat ze een kusje kregen.

Het valt me zwaarder merk ik, om alleen te gaan, maar dat mag. Het is dan volop verdriet, eventjes alle ruimte daarvoor. Nu ze ouder en ouder zou-geweest-zijn wordt, snijdt het gemis anders en elders. Geen woorden kunnen uitdrukken hoe graag ik de zestienjarige Bes zou willen omhelzen. Willen kennen, zorgen voor, observeren, genieten van.

Ik blijf nog wat langer rondwandelen in het kerkhof om namen te lezen en de tranen te laten drogen. Met lood in de benen keer ik naar huis, helemaal niet klaar voor de resterende taken van vandaag. Veel liever ging ik op het strand een lange wandeling maken, desnoods huilend, en daarna bekomen bij de open haard, ergens, helemaal alleen.

Maar ik weet dat het terug gaat opklaren. Dat doet het altijd. Het is hier nu stil in huis, het schrijven alleen al doet deugd. Straks komen haar zussen thuis, gaan we een boterham eten en moeten ze studeren. Hun gebabbel, gefluit en gekibbel brengt me weer bij het hier en nu. Ik zal bij een muziekje vanavond lekker eten koken voor ons allemaal. We zullen het gezellig maken, en warm, en dan goed slapen.

Morgen is weer een topdag.